Op uitnodiging van een kennis ben ik in Italië vreemd gegaan. Ik ben met mijn R1100RT op bezoek geweest bij ......uuuhhh........................Moto Guzzi. Afgelopen weekend bestonden ze nl. 90 jaar en al die tijd zitten ze op dezelfde plek aan het Comomeer: Mandello del Lario. In dit weekend kon een ieder de fabriek zelf bezoeken en zelf zien hoe gedateerd daar alles is. Niks geen robots en andere computer gestuurde elementen in de productiehal, gewoon handwerk. Prachtig om te zien. Het hele weekend was het daar groot feest (het hele dorp werkt zo ongeveer bij MG). Het was ook echt op z'n italiaans georeganiseerd.
Voor mij was dit een ultieme ervaring: waarschijnlijk de enige keer dat ik met mijn BMW over de Alpen trok. Vanaf Köln hebben we binnendoor gereden in drie dagen naar het Comomeer. Ongeveer 425/450 km per dag. En dan moet je toch flink je best doen anders kom je in het donker ergens aan en dat wil je niet meemaken op onbekend en bochtig terrein. Maar de tocht was en is nog steeds prachtig, alleen die wegen in Italië vielen mij tegen. we hebben via Wiesbaden, Bregens en Liechtenstein gereden. De Julienpas en de Jamolapas hebben we bedwongen. En mijn ervaring is: haarspeldbochten moet je ook HOOG nemen. Blijf zo lang mogelijk op het hoogste gedeelte van de bocht en kantel die fiets pas op het laatste moment erin en gas erop. Op de terugweg hadden we de Stelviopas in het programma opgenomen (men zegt dat de stelvio het summum is voor de motorrijder, vooral het stuk van Davos naar de pas en dan naar Birmio). Maar helaas, het noodlot sloeg toe. s'Morgens bij het ontbijt (er waren nog 200 andere MGrijders uit Nederland) werd ons verteld dat de passen in Italië en Oostenrijk dicht waren omdat er sneeuw die nacht was gevallen (uit foto's van een enkele waaghals blijkt dat er idd een centimeter of 20 was gevallen) dus werd de terugtocht door Zwitserland gemaakt. Met misschien dan nog hoop dat de Gotthardtpas open was. Maar nee, ook alle passen in Zwitserland waren dicht. Dus moesten we noodgedwongen over vlakke, laagliggende brede wegen rijden. In duitsland vervolgens het Zwarte Woud en de Hunsruck gezien om vervolgens, na in Prüm te hebben overnacht, nog even een stuk Eifel te berijden voordat het nederlandse land (met zijn rotondes en drempels) werd bereikt. (Wat een verschil merk je dan ineens: in Duitsland heb je prachtige wegen, speciaal voor motorrijders, met ruimte en in Nederland is het druk, druk druk.)
Hieronder vind je enige foto's van deze rit (als het me lukt ze te plaatsen: iedere keer weer een uitdaging):




Al met al was het een prachtige tocht ondanks de sneeuw.
Bart